Tempels

Mijn laatste weekend in India, de laatste kans om de toerist uit te hangen. Hoewel mijn vaste chauffeur mij het hele weekend wel wilt rondrijden langs allerlei lucratieve toeristische attracties, besluit ik alleen de vrije zaterdag hier aan te besteden. De zondag moet een echte vrije dag zijn om bijvoorbeeld aan mijn blog te werken.

Als het aan de driver had gelegen, dan had hij mij al om 9 ‘s-morgens opgehaald voor een rit door het Indiase achterland. Maar dat zag ik toch niet zitten dus om 11 uur stond de goeie man op mij te wachten.  Het eerste reisdoel van vandaag is Kanchipuram, zo’n 40 kilometer rijden vanaf het hotel. Onderweg rijden we al toeterend door diverse plaatsen waar het overal erg druk, het is hier tenslotte ook zaterdag. In Kanchipuram aangekomen rijdt de chauffeur plots door een toeganspoort om uiteindelijk op een binnenplaats van een tempel uit te komen. Met veel handgebaren wordt ik verzocht mee te komen door een groot hek en moet ik een gids volgen. Hij leidt mij naar de Sri Ekambaranathar-tempel waar ik mijn sandalen moet uit doen om mijn weg blootsvoets te vervolgen.

Door een poortje van amper een meter hoog betreden wij de duisternis van de tempel. Ik aanschouw eeuwenoude pilaren uitgehouwen uit één massief stuk steen. De termpelvoertuigen staan opgesteld om tijdens  het jaarlijkse festival van Panguri Uthiram in maart door de stad te trekken.
Op de binnenplaats staat een jonge mangoboom, het zou – volgens de overlevering – een ent zijn van de oorspronkelijke boom waaronder het huwelijk tussen Shiva en Kamakshi zou hebben plaats gevonden.
Na nog een tempel bekeken te hebben wilt de chauffeur mij nog een zijdeweverij laten zien. Kanchipuram is namelijk een begrip op het gebied  van handgeweven zijden sari’s. Natuurlijk is deze bezichtiging niet zonder bijbedoelingen, het werkelijk prachtige produkt is vanzelfsprekend ook te koop maar daar laat ik mij niet mee in.

Terug naar Mamallapuram. In Chengalpattu moeten we noodgewongen even stoppen – zelfs toeteren helpt nu niet – vanwege het simpele feit dat de spoorwegovergang dicht is. Als de volgepakte trein gepasseerd is worden de spoorbomen door een spoorwegmedewerker weer handmatig geopend en kan de reis worden vervolgd.
Voordat ik weer wordt afgeleverd bij het Templer Bay Resort nemen we eerst nog een kijkje bij Arjoena’s Boetedoening, het grootste bas-reliëf ter wereld. Niet te missen is Krishna’s Butterball, een immens rotsblok dat van de heuvel lijkt af te rollen maar daarentegen muurvast ligt verankerd.

Vanaf het tempelpark met de vuurtoren is het niet ver meer naar het hotel, de tempeldag is voorbij. Zondag wordt rustdag, dan nog 5 dagen wedrken in Chennai en zaterdagnacht de vlucht back home……………..

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *